Als directeur in het (basis)onderwijs ben je integraal verantwoordelijk en daarmee verantwoordelijk voor álles: van welke koffie er in het apparaat zit tot de structuur van de leerlingzorg, van het contract van het kopieerapparaat tot de meerjarenbegroting, van personeelsbeleid tot communicatie intern en extern, en dat alles graag in samenhang met elkaar. Op een doorsnee werkdag van een basisschooldirecteur komen alle beleidsterreinen wel een keer voorbij, meestal achter elkaar en in hoog tempo. Het is belangrijk dat je de samenhang ziet tussen alles wat je doet, overzicht hebt over het grotere geheel met oog voor details en tegelijk urgentie kunt bepalen.
Maar ook midden-managers, adjunct- en (locatie)directeuren in het primair onderwijs moeten anno 2019 van heel wat markten thuis zijn en allerlei uitdagende ballen tegelijk in de lucht kunnen houden. Dat vraagt om persoonlijk meesterschap en doorzettingsvermogen. Een voorwaarde voor ontwikkeling als leidinggevende is een sterk reflectief vermogen, systemisch kunnen denken en het overzien van complexe situaties. Mensen meenemen in de koers, knopen durven doorhakken, aanmoedigen, bijsturen en tegelijkertijd het overzicht over het geheel bewaren. En dat het liefst allemaal tegelijk.